WPM CO2-reductie

De Omgevingswet: belemmerend of bevrijdend?

Marnix Zwart

Nu de Omgevingswet zo’n anderhalf jaar in werking is, kunnen we een eerste balans opmaken. We signaleren meerdere knelpunten en tekortkomingen. Is het doel gehaald? Hebben we er ook wat aan? Onze focus ligt op waar je als bedrijf mee te maken hebt en wat dan een handige aanpak kan zijn.

Het Activiteitenbesluit was in de loop der jaren goed uitgekristalliseerd. De regels waren duidelijk, en waar er nog onduidelijkheid was, heeft de jurisprudentie gezorgd voor richting en interpretatie. Onder de Omgevingswet zijn de voorschriften uit het Activiteitenbesluit echter niet letterlijk overgenomen en bovendien uit elkaar getrokken. De voorschriften staan nu op verschillende plaatsen.

  • Het Omgevingsplan van rechtswege
  • De bruidsschat
  • Het Besluit activiteiten leefomgeving
  • Het Besluit kwaliteit leefomgeving

Alle locatiegebonden voorschriften moeten uiteindelijk hun plek krijgen in het Omgevingsplan. Dat geeft gemeentes ruimte om naar eigen inzicht invulling te geven aan de regels. Dat klinkt aantrekkelijk, maar dat kan tot verschillen leiden tussen gemeentes onderling. Landelijke regels zorgden ervoor dat je als ondernemer weet waar je aan toe bent. Die vanzelfsprekende eenduidigheid is weggevallen.

Welke regels op welke locatie gelden, is lastiger te vinden dan vroeger. De overgangssituatie is relatief rommelig. Niet alle gemeenten hebben namelijk het ‘oude bestemmingsplan’ in het Omgevingsloket geplaatst, waardoor de vraag ‘wat mag ik op deze locatie?’ niet altijd direct te beantwoorden is. Er ontstaat ook discussie doordat de voorschriften uit het Activiteitenbesluit niet letterlijk in het Besluit activiteiten leefomgeving zijn overgenomen. Een niet eenduidige tekst met incorrecte verwijzingen, dat leidt tot onduidelijkheid. Wij houden de stelregel aan dat de tekst in het Activiteitenbesluit in ieder geval goed was. Dan kunnen we tenminste verder, in de geest van… Aan de letter zal nog veel geschaafd moeten worden.

Het nieuwe Omgevingsloket werkt (min of meer) naar behoren, al stuiten we nog steeds op verrassende onhandigheidjes. De oplossing is meestal dat we met de vergunningverlener afspreken om de voorbereiding per e-mail te doen. Als alles compleet is, kan in goed overleg het Omgevingsloket verder worden gevuld. Een concreet advies: treed tijdig in overleg over de vraag of een voorgenomen activiteit wel of niet een ‘omgevingsplanactiviteit’ is; dat is namelijk van invloed op de te volgen procedure. Zorg dat je de juiste activiteiten aanvinkt. Zoeken in de mogelijkheden is lastig en de consequenties van onjuiste keuzes zijn groot. Zorg daarom altijd voor een volledige eigen beschrijving van alle activiteiten, als onderdeel van de melding of aanvraag.

Wat net zo belangrijk blijft als voorheen is de onvolledige wettelijke bescherming van bedrijfslocaties tegen het binnen de invloedssfeer vestigen van ‘gevoelige functies’. Vaak zijn er duidelijke regels voor een bedrijventerrein, maar is de direct aansluitende ruimte vogelvrij. Op zichzelf is dat logisch, maar dat betekent dat een bedrijf aan de rand van een bedrijventerrein te maken kan krijgen met inbreuk op de bestaande milieuruimte, bijvoorbeeld door ‘oprukkende woonbebouwing’. Houd dat goed in de gaten.

Het was de bedoeling dat de Omgevingswet ons zou bevrijden van veel verschillende wetten en regelingen. Dat is niet helemaal gelukt, doordat veel van die wetten en regelingen nog steeds op onderdelen van kracht zijn. In de praktijk is er dus ook sprake van versnippering. Wij houden voor meerdere bedrijven een overzicht bij van Wet- en regelgeving. Daarin is veel verschoven. Toch is de lijst niet of nauwelijks korter geworden. Kortom: Het gevoel van bevrijding is er nog niet.