WPM CO2-reductie

PGS 31 is verschenen gevaarlijke vloeistoffen

De PGS 31 is een geheel nieuwe richtlijn. Tot op heden moest voor gevaarlijke vloeistoffen in tanks geredeneerd worden op basis van andere richtlijnen die er eigenlijk niet over gaan. Dat is nu verholpen.

Voor de opslag van gevaarlijke stoffen in verpakking bestond al de PGS 15, en voor opslag van vloeibare brandstoffen bestonden de PGS 28 tot en met 30. Nu is er eindelijk ook helderheid over de opslag van chemicaliën in tanks.

In het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw is de CPR 9-serie opgesteld als richtlijn voor het ontwerp en het gebruik van tankinstallaties voor de opslag van vloeibare brandstoffen. Hierbij werd onderscheid gemaakt tussen ondergrondse, kleine bovengrondse en grote bovengrondse tankinstallaties.

Omdat er al langere tijd behoefte was aan een richtlijn voor het ontwerp van tankinstallaties en de opslag van chemicaliën in dergelijke tankinstallaties, zijn door verschillende betrokkenen in de loop der jaren initiatieven genomen om te komen tot een standaard. Deze behoefte heeft al meegespeeld bij de actualisatietrajecten van PGS 28, PGS 29 en PGS 30, alle drie voor vloeibare brandstoffen. Voor enkele aspecten van een tankinstallatie voor vloeibare brandstoffen, bijvoorbeeld voor het ontwerp van de tank, zijn de uitgangspunten van deze richtlijnen immers ook bruikbaar voor de opslag van chemicaliën. Op andere aspecten is de opslag van chemicaliën echter niet direct vergelijkbaar met die van brandstoffen, zodat er onduidelijkheden bleven. Er is bijvoorbeeld specifieke kennis nodig om te kunnen beoordelen of er sprake is van een veilige opslagvoorziening.

Nu PGS 31 beschikbaar is, is er eenduidigheid gegeven over de opslag van chemicaliën in tankinstallaties.

(bron: gevaarlijkelading.nl, april 2018)